Inspiratie, Onderwijs

Vroege zomerzon

Hij rijdt naast haar. Zijn fiets weerspiegelt de vroege zomerzon. Hij kletst over de onderdelen die hij nog nodig heeft voor zijn zelfgebouwde game-computer. Het gaat over videokaarten en processoren. Zijn stem is zwaarder dan zijn tengere lichaam doet vermoeden. Zij luistert en humt af en toe instemmend. Ze slaan linksaf en laten het geraas van de doorgaande weg achter zich. Een langgerekt park markeert de overgang van hun rustieke wijk vol hoogopgeleiden naar de flats van de buitenwijk. Naast het fietspad glijden een klimrek en een zandbak met spelende peuters voorbij. Licht speelt door de bladeren, koestert moeders op een bankje.

Hij is even stil en vraagt dan: ‘Denk je dat ze iets gaan zeggen over mijn cijfers? Ik wil de tweede niet over doen.’ Zijn mond trekt een koppige streep. Het donkere dons op zijn bovenlip streept mee. Ze hoopt vurig dat hij deze kans op een nieuwe start niet verspeelt. ‘Vertel maar gewoon hoe het is. Dan kunnen ze inschatten wat het beste bij je past.’ Hij lijkt genoegen te nemen met haar nietszeggende antwoord.

Via een houten boogbrug verlaten ze het park. Ze fietsen langs een rij bakstenen huizen met tuintjes voor en achter. In de verte de hoogbouw die ze associeert met dit deel van de stad. Achter een volgend huizenblok ligt de school. Het grijze, lage gebouw met de grote ramen lijkt op haar eigen middelbare school van dertig jaar geleden. De gelijkenis wordt bevestigd als ze via de klapdeuren naar binnen gaan. Het blauwe zeil op de vloer, de houten lattenbankjes bovenop de radiatoren, alles ademt de jaren tachtig. Een wereld van verschil met het 19e eeuwse gymnasium waar hij de afgelopen twee jaar rondliep. Dat was het soort school waar ze vroeger zelf van droomde, vol verwijzingen naar filosofie en literatuur, een afspiegeling van de bevoorrechte positie van zijn leerlingen.

Het is vrijdagmiddag en stil in het gebouw. In de kantine hangt slechts een enkele leerling boven zijn telefoon. De bestuursvleugel is op de eerste etage. Fris wit geschilderd, kunst aan de muren en een moderne rode bank centraal in de hal. Erboven hangt een geplastificeerd briefje. ‘Deze bank is niet bedoeld voor leerlingen’. Ze gaan zitten en wachten.

Een jonge vrouw komt op hen toelopen. Haar kordate passen en stevige handdruk gaan vergezeld van een vriendelijke blik. ‘Jij komt voor de intake? Je mag met me mee komen.’ Haar zoon recht zijn schouders, staat op en loopt mee. Ze probeert rustig te blijven zitten en haar hartslag onder controle te krijgen. Ze merkt nu pas hoe spannend ze deze kennismaking eigenlijk vindt.

————–

Precies een jaar eerder zitten ze samen aan de eettafel. Hij praat, zij luistert. Zijn lange smalle vingers trekken rondjes op het tafelblad. Iedere zin van hem is een sneetje in haar huid. Hij vertelt over de zinloosheid van zijn leven. De leegte die hem ieder moment van de dag kan bespringen. Dat hij ’s ochtend wel weet dat hij op zou moeten staan, maar dat het steeds niet lukt. ‘Het is donkerzwart mam. Al het licht wordt opgezogen’.

Ze zou haar ogen willen sluiten, maar zijn woorden zijn als een fel licht. Ze laten haar zien wat er al een tijdje was, en wat ze nog niet wilde aanvaarden. Dat zijn schoolcijfers de afgelopen weken een vrije val maakten was het eerste teken. Als hij door het huis sloft, lijken zijn schouders iedere dag een beetje verdrietiger. Ze ziet soms zijn mond lachen, maar zijn ogen blijven mat. Het gordijn van zijn kamer blijft steeds vaker dicht.

‘Ik zou gewoon liever willen dat het leven stopt’. De poes springt op tafel, geeft hem een kopje. Hij streelt haar rug. Ze stopt haar handen onder haar billen om het trillen tegen te gaan. Duizend adviezen komen in haar op maar ze blijven steken voor ze haar keel bereiken. Ze zit naast hem en heeft geen antwoord.

———

In het jaren-tachtig-schoolgebouw tikken de minuten weg. Eindelijk hoort ze op de gang een deur open gaan. Ze hoort hem, maar ziet hem nog niet. Ze probeert uit de klank van zijn stem op te maken hoe het is gegaan. Als ze de hoek omkomen staat ze gauw op. De kordate jonge vrouw steekt haar een hand toe. ‘Gefeliciteerd. Hij is volgend jaar van harte welkom in VWO3’.

Ze fietsen dezelfde route terug. Onderweg stoppen ze voor een ijsje. Ze voelt de warmte van de zon op haar huid. Haar zoon is een tijdje stil en zegt dan: ‘Ik geloof dat ik wel zin heb om te beginnen.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *