Inspiratie, Sociaal Domein

Moeder

Tik tik tik doen de regendruppels tegen het raam. Davey gaat een beetje verliggen. Zijn hoofd op mama’s buik. Haar voeten steken onder de deken uit. Zou ze het koud hebben? Davey weet niet hoe laat het is. Straks zal Gewoon Mariska wel komen. Zij kan helpen. Mama noemt haar ‘Mariska van de jeugdzorg’. Maar Mariska zegt altijd dat ze Gewoon Mariska is. Hij heeft buikpijn. Terwijl hij gisteren juist goed heeft gegeten. Mama had macaroni gemaakt met rode saus uit een glazen pot. Daardoor weet hij dat Gewoon Mariska straks zal komen. De avond ervoor maakt mama altijd zelf iets in plaats van patat of pizza te halen.

Gisteren was maandag, want na het avondeten keken ze samen naar Geer en Goor. Mama moet daar altijd heel hard om lachen. Dat is fijn. Als ze vrolijk is mag hij zijn hoofd op haar schouder leggen. Ze ruikt naar Dettol en naar sigarettenrook. En soms ook een beetje naar bier. Op zo’n avond mag hij haar de voorgedraaide sigaretten aangeven en helpen met de aansteker. Mama vindt Lingo ook leuk, maar Davey vindt dat te moeilijk. Op de basisschool kon hij de andere kinderen niet goed bijhouden. Nu zit hij op een speciale school. Mama zegt altijd dat ze niet meer weet wie zijn vader is, maar dat ‘ie vast te dom was om te poepen. Dan lacht Davey maar zo’n beetje.

Net toen Geer bijna van een trapje viel door een scheet van Goor, ging de bel. Ome Arie kwam langs. Hij en mama dronken bier. Mama lachte om de televisie maar nog harder om de moppen van Ome Arie. Die mocht nu naast mama op de bank. Davey zat in de grote stoel. Zacht, maar toch niet fijn. Hart van Nederland kwam. Davey probeerde niet te kijken naar Ome Arie die over mama heen hing en in haar borsten kneep. Hij hield zijn blik op de televisie gericht, maar zag het toch.

Ome Arie zei dat Davey naar buiten moest. ‘Ga maar naar de snackbar van Jopie. Ik moet effies wat met je moeder bespreken’. Mama giechelde. Buiten regende het hard. Davey wilde eigenlijk niet naar Jopie. Hij bleef naast de voordeur staan. Zijn jas en broek werden helemaal nat. Zijn voeten ook, door zijn schoenen heen. Hij stond er nog toen buurman Henk thuis kwam van zijn late dienst. ‘Wat doe jij daar nou in de regen jong? Is je moeder weer ’s de hort op? Gelukkig maar dat ik een reservesleutel heb, ik laat je wel naar binnen’. Davey durfde niet te zeggen dat dat niet mocht van mama.

Hij besloot om stil in het donkere halletje te blijven staan tot iemand hem zou zeggen wat hij moest doen. Tik tik tik deden de druppels. Hij dacht aan het GTA spel dat hij misschien voor Sinterklaas zou krijgen. Hij dacht aan Geer en Goor en probeerde zich te herinneren hoe de grap over de camping ging. Dan kon hij straks mama aan het lachen maken. Hij had het koud. Zijn handen in zijn zakken doen hielp niet. Tussen het tikken van de regendruppels door hoorde hij iets anders. Mama. Kreunend. Grommend.

Mama was boven in haar slaapkamer. Haar gezicht was helemaal rood en ze hijgde. Ome Arie deed haar pijn, dat mocht niet! Davey schreeuwde, trok ome Arie van het bed. Er was gevloek en gegil. De spiegel brak in stukken. Ome Arie stampte de trap af. Hij riep dat mama een hoer was en het maar moest uitzoeken met haar hoerenjong. Mama probeerde hem tegen te houden. De bovenkant van de traploper zit al jaren los. Davey begrijpt niet waarom mama haar voet niet goed optilde. De tegels beneden zijn hard en koud. Hij heeft een deken over haar heen gelegd, zodat ze kan slapen. Buiten wordt het al licht. Straks komt Gewoon Mariska. Zij kan helpen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *